Ingestort door de pandemie: ‘Ik had geen energie meer voor topsport’

 

In een serie artikelen spreken of portretteren we sporters en begeleiders over de invloed van topsport op de mentale gesteldheid. De carrière van topkorfballer Julian Frieswijk (22) heeft altijd in de lift gezeten, totdat hij te maken kreeg met depressieve klachten door corona. ‘Het voelde als een nederlaag.’

 

‘Ik kom uit een echte korfbalfamilie. Al van jongs af aan ging ik met m’n ouders en oom en tante mee naar wedstrijden van SCO, een vereniging in Oldeholtpade in Friesland. Als junior doorliep ik alle eerste teams, en ik werd al vroeg geselecteerd voor de jeugdteams van Oranje, waar ik tot m’n twintigste deel van uitmaakte. Deze sport is m’n lust en m’n leven: ik hou van wedstrijden in volle stadions, reizen naar andere landen voor EK’s en WK’s en m’n hele sociale kring is gebouwd rondom het korfbal.’

 

‘Zoals m’n carrière prima verliep, vloog ik ook door het leven: ik was altijd vrolijk en sociaal, en graag onder de mensen. Eind 2020 merkte m’n omgeving aan me dat ik veranderde. Ik zat als 21-jarige voornamelijk thuis bij m’n ouders, voelde dat de energie langzaam uit m’n lichaam sloop. Naar buiten toe probeerde ik nog de vrolijke Julian te spelen. Ondertussen waren de wedstrijden grotendeels stilgelegd, ook in de hoogste divisies. Van nature ben ik geen trainingsbeest. Ik zie mezelf nog voor me: met m’n tasje naar de training. Weinig contact met anderen en na de training, hup, gauw naar huis. Je mocht niet eens douchen. Geen supporters, vrijwilligers, sponsors. Ik miste het enorm.’

 

‘Het kabbelde voort. In de zomer van 2021 ging ik met mijn familie op vakantie naar Spanje. Daar herpakte ik me voor eventjes, maar ik had ook heftige stemmingswisselingen. Eenmaal terug in Nederland zakte ik letterlijk in elkaar. Ik kon niet meer. Ik wilde alleen maar in bed liggen. Het had voor weinig zin meer. Een absoluut dieptepunt. Daarop nam ik het besluit om even niet meer te korfballen. Ik moest niet aan topsport denken. Een berichtje naar m’n ploeggenoten van LDODK: ‘Sorry, ik neem even afstand. Jullie zien me hopelijk snel weer, als ik de energie terugvind.’

 

‘Ondertussen was ik al in behandeling bij een sportpsycholoog en een reguliere psycholoog. Ook daar kon ik een tijdje mooi weer spelen. Maar uiteindelijk bleek ik toch dieper in de put te zitten dan we allemaal dachten. Sinds augustus krijg ik groepssessies, en leer ik hoe een depressie in elkaar steekt. Ik krijg cognitieve gedragstherapie. En ik merk dat het helpt om erover te praten, hoe cliché dat ook klinkt. Het is belangrijk om het te benadrukken, omdat psychische problematiek nog steeds in de taboesfeer ligt. Ook in de sport. Ook in het korfbal.’

 

‘Ik vond het supermoeilijk om ervoor uit te komen. Ik was teleurgesteld in mezelf. Het is een nederlaag om aan iemand te vertellen dat het slecht met je gaat. Nu moet ik leren alsnog trots op mezelf te zijn. Dat ik mezelf aankijk in de spiegel en me niet schaam.’

 

‘Eind 2021 had ik weer wat wind in de zeilen. Ik was er klaar voor om het korfballen weer op te pakken, dacht voorzichtig aan training. In november heb ik weer wedstrijden gespeeld. Ik ben er nog lang niet, mijn therapie zit er nog niet op. Nog steeds heb ik momenten dat ik er doorheen zit. En het mentale deel heeft ook zijn weerslag gehad op mijn lichaam. Ik heb al meer dan 2 maanden last van m’n rug. Dat komt natuurlijk ergens vandaan.’

 

‘Achteraf vind ik dat ik er eerder over had moeten praten. Het verbergen van je gevoel kost enorm veel kracht. Dat heeft het alleen maar erger gemaakt. Daarom wil ik tegen iedere topsporter zeggen: als je een muurtje om jezelf heen heb gemetseld, laat ‘m dan maar snel weer vallen.’

 

STAY IN TOUCH

Meer weten over topsport en de mentale kant? Laat je email hier achter.

CONTACT

Pascal Lemaire

Journalist

| Mede mogelijk gemaakt door het
Steunfonds Freelance Journalisten |

Thanks, ik neem zo snel mogelijk weer contact met je op.